Wat doe je als je he-le-maal opgebrand bent in de preovergang?

Moe. Geen energie. De normaalste zaken voelen als té veel.
Te verklaren vanuit een hoge werkdruk, af en toe een slechte nacht, de balans tussen werk en privé, zorgtaken. Toch?

Als het piekeren en het stressgevoel langere tijd aanhouden, dan wordt er vaak gedacht aan opgebrand zijn. Geen lichtzinnige conclusie. Met behulp van de juiste begeleiding is het zaak om te zoeken naar de oorzaken, een juiste combinatie tussen structuur, rust en ontspanning en een nieuwe manier om met stresssituaties om te gaan.

Maar wat als er (mede) een andere oorzaak is voor jouw opgebrande gevoel?

Tijdens de overgang verandert er veel in het vrouwelijk lichaam. De aanmaak van oestrogeen en progesteron vanuit de eierstokken vermindert en stopt uiteindelijk helemaal. Kortom, je hormonen zijn van slag. Met verschijnselen als vergeetachtigheid, gedoe met slapen, hoofdpijn, stemmingswisselingen als gevolg. Niet gek als deze ongemakken een grote wissel trekken op je energiereserves.

Spanning en progesteron

Progesteron, één van de voortplantingshormonen, kan worden omgezet in de bijnieren in cortisol. Dit is een stresshormoon. De menopauze is een zeer intensief hormonaal proces dat een zwaar beroep doet op de bijnieren. Deze moeten meer gas geven, waardoor ze een grote behoefte hebben aan progesteron voor de productie van cortisol. Periodes van spanning versterken deze behoefte alleen maar. Met als gevolg: uitputting van de bijnieren (en progesteron) én daarmee versterking van overgangsverschijnselen.

Wat kun je doen?

Door te beseffen dat de spanning niet (alleen) wordt veroorzaakt door je werk, maar ook door de schommeling in de hormonen helpt bij het zoeken naar en vinden van een passende aanpak. Van daaruit kun je op zoek naar een nieuwe balans tussen moeten en werkelijk nodig hebben.

1. Wees eerlijk naar jezelf en accepteer dat je minder energie hebt. Immers, de overgang is een lang en ingewikkeld proces. 
2. Let op wat je eet en drinkt: kies - als het even kan - voor onbewerkte en ongeraffineerde producten. 
3. Herverdeel huishoudelijke taken.
4. Bespreek de taken en verantwoordelijkheden op je werk.
5. Vraag hulp. Aan je partner, kinderen en/of vriendinnen. 

Onthoud: de tijd van voortplanten en zorgen voor zijn voorbij. Nu is het tijd voor jou!